Als dauw in de morgen
Johan G. Veenhof
Voor weduwe Mietje Lorens en haar vier opgroeiende kinderen is het armoe troef. Mietje en haar oudste zoon Mosje trachten zelfgemaakte bezems uit te venten. Gijs is bij een beruchte boer van koeienjongen opgeklommen tot eerste knecht. Marie is los werkmeid en Lammert pakt elk karwei aan om iets te verdienen. Al ploeteren ze dag in dag uit, ze worden door de andere dorpelingen met de nek aangekeken: ze zijn immers het uitschot van het blauwe huis.
Maar na enkele verschrikkelijke gebeurtenissen neemt het leven van de familie Lorens een keer ten goede…