Boek: Moederkruid, Carry Slee
We hadden een kleine kamer. Onze bedden moesten haaks op elkaar staan anders pasten ze er niet in Op straat hoorde ik de andere kinderen spelen. Iedereen is nog buiten, zei ik. En wij moeten al naar bed. Je hoeft echt niet jaloers te zijn, zei mama. Er is niemand die op die kinderen let. Hun ouders weten niet eens waar ze uithangen, en het kan ze ook niets schelen.
Het meisje en haar zusje proberen de wereld te bekijken door de ogen van hun ouders. Dat is moeilijk, want die wereld is ingewikkeld en vaak onbegrijpelijk. Als de kleermakerij van hun vader failliet gaat, verhuist het gezin naar een ander buurt. Volgens hun moeder wonen ze hier ver beneden hun stand, en het meisje en haar zusje mogen zich daarom met niemand bemoeien. De relatie tussen de ouders – die toch al niet goed was – verslechtert verder tot de ruzies en het isolement ten slotte bijna te veel worden voor de beide zusjes.
In moederkruid registreert Carry Slee door de ogen van een kind wat er gebeurt als angst te groot wordt om te dragen. In een ingehouden stijl, wars van sentimentaliteit en effectbejag, beschrijft ze de pijn en de tragiek van opgroeien in onveiligheid.
Carry Slee (1949) werd bekend met haar succesvolle kinderboeken. Haar werk werd vele malen door de Nederlandse Kinderjury bekroond. Moederkruid is haar eerste roman voor volwassenen.
ISBN 9044600087
Uit 2001
201 pagina’s
Afmetingen boek: 12.5 x 20 x 1.8 cm
Uitgever: Prometheus
Boek is gelezen en heeft wat lichte gebruikersschade