De weglopers
Max Dendermonde
Max Dendermonde is in 1919 te Winschoten geboren. Na de HBS te hebben doorgelopen en daarna de onderwijzersakte behaald te hebben, zonder ooit voor de klas te hebben gestaan, belandde hij via de boekhandel en allerlei baantjes bij de Vara, waar hij nog altijd verschillende rubrieken verzorgt. In 1954 verscheen zijn eerste grote roman ‘De wereld gaat aan vlijt ten onder; die hem met één slag een grote naam gaf.
‘De weglopers’ is een verzameling van zijn beste novellen. ‘God in de toren’ is de geschiedenis van een klein jongetje, dat niet gehaal opzettelijk de dood veroorzaakt van een blinde organist, die op het punt staat een geheim te verraden.
‘Bruin, rood en groen’ speelt in de middeleeuwen en is het charmante verhaal van twee minstreels, die het gemunt hebben op dezelfde jonge vrouw, maar die uiteindelijk samen de horizon verkiezen.
‘Het kind en de dood’ behandelt de problematiek van liefde, onvruchtbaarheid en ouderschap. Het verhaalt van een jonge arts, die bij een auto-ongeluk zijn kinderloze vrouw verliest en achterblijft met zijn vriendin, wier man tegelijkertijd is omgekomen.
‘De weglopers’ getuigt van de veelzijdigheid van de schrijver Dendermonde, die het waarschijnlijk wel altijd ‘anders’ zal doen, zonder daarbij de nadruk te leggen op het begrip ‘experiment’.